6937 Allerheiligen

Vandaag is het 1 november, Allerheiligen
In Nederland is Allerheiligen geen nationale vrije dag, maar wel een verplichte feestdag in de Katholieke Kerk. In 1967 verplaatsten de Nederlandse bisschoppen, de verplichte feestdag naar de eerstvolgende zondag voor of na 1 november.

Als nazaat van het Rijke Roomse Leven zit zo’n dag in mijn geheugen gegrift. Vooral ook omdat destijds op die feestdag, de (lange) Litanie van Alle Heiligen werd gezongen. Ik hoor de melodie nu nog in mijn hoofd.

Hoewel de litanie doet vermoeden dat alle heiligen worden aangeroepen, is het in werkelijkheid een selectie van de belangrijkste heiligen. Het totale aantal heiligen loopt op in de duizenden. Deze heiligen vertegenwoordigen echter wel de belangrijkste categorieën van soorten heiligen. Dit zijn achtereenvolgens: Engelen, Oudtestamentische heiligen, zoals aartsvaders en profeten, Apostelen, Evangelisten, Martelaren, Kerkleraren, Maagden en  Ordestichters.

Een naam die genoemd wordt van de bijna 100 heiligen roept altijd een speciale herinnering bij me op. Ik leg dat even uit.

De lagere school waar ik zes jaar lang de lessen gevolgd heb, was een jongensschool waar de onderwijzers allemaal broeder waren. De broeders hadden allen een naam vernoemd naar een heilige. Ik kan me niet alle namen meer herinneren, maar een naam staat me nog zeer helder voor de geest en wel vanwege de volgende gebeurtenis.

De broeders verzorgden ‘s morgens ook de surveillance aan de ‘jongenskant’ bij de mis in de congregatiekapel. Zo ging dat nog in die tijd  (1949/1950) Op een gegeven moment moest een van de jongens (ik zal de naam niet noemen) tot de orde geroepen worden door de desbetreffende broeder. Het tot de orde roepen liep volledig uit de hand en de jongen liep  de kapel uit. Al snel ging rond dat de broeder de jongen met een naald in de billen geprikt had. In de loop van de dag werd in de verhalen de naald steeds groter.
Toen ik ’s middags weer bij de school aankwam was er een grote toeloop van jongens die allemaal naar een bepaald raam van het klooster (dat naast de jongensschool stond) stonden te turen. Volgens geruchten zou achter dat raam de kamer zijn van de broeder die ’s morgens toezicht hield in de kapel. We hebben de desbetreffende broeder nooit meer gezien. Het gerucht ging dat hij was opgenomen in de psychiatrische inrichting in Handel.

De herinnering komt elke keer weer naar boven als de litanie van alle heiligen gezongen of gebeden wordt en de naam van de heilige genoemd wordt, die een van de broeders dus gekozen had.

Het eventuele incident met de naald heb ik destijds niet gezien, maar de commotie rond de jongen in de kapel zag ik wel. De gebeurtenis en de geruchten dwalen zoals hier boven beschreven ook vandaag weer rond in mijn geheugen, vandaag op Allerheiligen

 

6934 Naar de KOFA

Nog een foto uit de oude doos en dan stop ik echt met de serie herinneringen. Ik was er eigenlijk al mee gestopt, maar omdat ik nu pas de betekenis van een benaming van een winkel uit mijn kinderjaren heb ontdekt, besteed ik er nog een bericht aan.

Bovenstaande foto is van de Hoofdstraat in Veghel. Links de kledingwinkel van Cunen; dan de meubelhandel van Rooijakkers en het kruideniers-winkeltje van Cornelissen.

Op de plaats van Cunen stond voorheen Hotel van der Leeden en nu is er de HEMA gevestigd. Op de plaats van de meubelhandel en de kruidenier is nu het Meierijplein.

Kan me nog herinneren dat ik verschillende keren met mijn moeder in de winkel van Cunen ben geweest. Je kon als kind buiten ook mooi ‘dwalen’ door de brede gang. Aan die gang lagen verschillende grote uitstalkasten, etalages.
Wij noemden de kledingwinkel altijd de KOFA. Ik heb nu pas begreepen dat het een afkorting was van: Koopt Onze Fijne Arrtikelen.

Tja . . . dat is heel lang geleden dat we naar die winkel gingen, naar de KOFA

6933 Mestreech

Vrijdag – op de  dag dat we 58 jaar getrouwd waren – reden we tegen tienen richting Maastricht. We hadden afgesproken dat we in Maastricht een stadswandeling zouden lopen.

Tja . . . Maastricht blijft trekken. Niet alleen omdat het een fantastische stad is maar ook omdat daar toch heel wat herinneringen van mij liggen.

In 1953 maakte ik voor het eerst kennis met de stad, met de kostschool aan de Tongerseweg. In 1960 vertrok ik uit Maastricht niet wetende dat ik er in 1963 weer terug zou keren. Deze keer stond mijn bed (met strozak) in de Tapijnkazerne. Twee maanden lang kreeg ik daar aan de Prins Bisschopsingel de basisopleiding tijdens het vervullen van mijn militaire dienstplicht.

Daarom trokken we vrijdag op die hele mooie herfstdag naar de hoofdstad van Limburg en begonnen we beneden aan de Tongerseweg onze stadswandeling.

De herinneringen vlogen door mijn hoofd toen we door het stadspark liepen met de berenkuil. De laatste beer is in 1993 vertrokken naar een dierenpark. Achtereenvolgens zagen we de Jeker, de oude stadswallen, de Tapijnkazerne en het Jezuïetenklooster (beiden zijn nu gebouwen die behoren tot de Universiteit van Maastricht), de Bisschopsmolen, de Maasboulevard met de Sint Servaasbrug, de Onze Lieve Vrouwe Kerk met het beeld van de Sterre der Zee, de Kleine en de Grote Staat (bij deze laatste kochten we bij de Mr Marviswinkel en-passant een pantalon), het Vrijthof, de Sint Servaaskerk, het Hendrik van Veldekeplein en ga zo maar door. Via de Tongersestraat liepen we weer naar de Tongerseweg waar onze auto geparkeerd stond.

Voordat we weer naar huis reden moesten we toch nog even de Tongerseweg oprijden richting Oud-Vroenhoven naar nummer 135;  ik wilde het gebouw waar ik zoveel jaren door had gebracht toch nog even zien. Aan de buitenkant is er aan de voorzijde niets veranderd. Maar we weten dat het hele complex is omgebouwd voor studenten die er nu hun intrek in hebben genomen.

Tja . . . Toch mooi om er weer even terug te zijn in Maastricht,
in Mestreech

P.S.
Ik ben bezig om een podcast op te zetten van Menne Weblog, zodat jullie straks via Spotify o.i.d. Mijn dagelijks bericht kunnen beluisteren. Of het allemaal zal lukken, moet nog bewezen worden. Maar vandaag alvast een voorproefje hoe het bericht eventueel zal klinken. Druk maar op het pijltje en luister

Menne Potkaast van vandaag: Mestreech
.

6931 Gaat niet altijd over rozen

‘Vooruit nog eentje dan’, dacht ik, toen ik gisteren herinneringen opriep uit mijn jaren in Eerde.
Het gebeurde op een middag van een doodnormale schooldag. X stak zijn vinger op en vroeg of ie naar de WC mocht. Ik gaf toestemming en X slofte op zijn sloffen *) naar het toilet.

*) De leerlingen deden bij de kapstok als ze hun jas weg hingen sloffen over hun schoenen aan, zodat er minder zand e.d. in gangen en lokalen kwam.

De les ging verder en ik dacht niet meer aan X, die naar het toilet was. Op een gegeven moment kwam ie de klas weer binnen en ging op zijn plaats zitten.
Toen ik klaar was met waar ik mee bezig was, zag ik vanaf de klasdeur tot aan de plaats waar X zat allemaal bruine plekken. Ik keek nog eens en zag dat het POEP was. Ik deed de klasdeur open en zag dat op de gang ‘het spoor’ naar de toiletruimte liep naar . . . een urinoir. Het was me meteen duidelijk. X had zitten p***** op een urinoir en had geprobeerd met zijn voet de drol door de kleine gaatjes van het urinoir te duwen. Wat niet helemaal gelukt was. X wist niet dat achter de deuren in de toiletruimte een closetpot stond waar hij op had kunnen gaan zitten.

Ik heb X toch het teen en tander uitgelegd en . . . De shit in klas, gang en toiletruimte opgepoetst.

Tja . . . Het leven van een onderwijzer op een dorpsschooltje gaat niet altijd over rozen.

6930 Het Rijke Roomse Leven

Vorige week zag ik in een nieuwsbrief die me toegezonden was een foto van de verbouwing van de kerk in Eerde. Na jaren procederen kunnen eindelijk de bouwwerkzaamheden beginnen. De kerk wordt omgebouwd tot school en enkele appartementen.

In 1965 is mijn onderwijsloopbaan begonnen op de school die nu dan ein-de-lijk een noodzakelijke, nieuwe behuizing krijgt. Het begin van mijn loopbaan was daar een mooie tijd. Op het einde van het schooljaar was het een genot om te zien dat de kinderen in een jaar tijd hadden leren lezen, schrijven en rekenen.

Maar het was ook nog de tijd van het Rijke Roomse Leven, want . . . van mij werd verwacht dat ik de kinderen voorbereidde op de de Eerste H. Communie. Ik weet niet meer exact wat ik inhoudelijk over het sacrament heb verteld. De voorbereiding op de eigenlijke viering in de kerk staat me nog wel helder voor de geest. Uren heb ik besteed om bepaalde gebeden en liederen in te oefenen. Dat laatste was een hele crime, omdat zingen/zanglessen niet tot mijn favorieten behoorden. Ook herschreef ik gebeden en lezingen op verzoek van de pastoor in een taal die de kinderen konden begrijpen. Op de eigenlijke feestdag las ik deze  in de viering dan ook voor.

Ik heb later wel begrepen dat de pastoor zeer te spreken was over mijn inbreng.

Toen mij door het hoofd der school verteld werd wat er van mij verwacht werd van de voorbereiding, voegde hij er ook aan toe dat het de gewoonte was dat hij en ik na de viering in de kerk alle gezinnen zouden afgaan om de communicant en hun familie te feliciteren. Hij vertelde er ook bij dat ik er rekening mee moest houden dat er wat later op de dag geen koffie meer geschonken werd, maar meestal een drankje met alcohol. Ook vertelde hij dat in het verleden het wel eens uit de hand gelopen was.

In mijn antwoord was ik kort en heel duidelijk. Ik vertelde hem dat ik dat NIET zou doen. Hij drong nog wel wat aan, maar uiteindelijk ben ik na de viering op de feestelijke dag gewoon op mijn fiets gestapt en naar huis gereden.

Tja . . . Herinneringen uit het Rijke Roomse Leven.

OP en NEER naar Volkel
Zo gaat ie goed, zo gaat ie beter, alweer 16,74 km

6929 Herinneringen naar boven halen

Tussen de foto’s die vroeger in onze woonplaats genomen zijn, zag ik van de week ook onderstaande foto’s. De drie foto’s horen bij elkaar; want ze zijn alle drie genomen op het kruispunt Hoofdstraat / Meierijstraat / Stadhuisplein. Het Stadhuisplein heette toen nog Blauwe Kei en de Meierijstraat was een pad dat liep naar De Bolken.

1

2
3

Toen ik de foto’s onder ogen kreeg sloegen mijn gedachten op hol en ontelbare herinneringen kwamen naar boven. Ik zet er even een paar op een rij; maar ik hoop dat ik op tijd kan ophouden, zodat dit bericht niet te lang wordt.

Op foto 1 zie je de winkel van Winkels Electro; daar is nu Blokker gevestigd.

Foto 2 roept veel herinneringen op. Ten tijde dat de foto werd genomen was in het huis op de hoek Hobbyshop Van Leiden gevestigd. Daarvoor was dat het woonhuis van Hendriks, de man die een dependance runde van Van Gend&Loos achter de grote staldeuren naast het woonhuis. Met paard en wagen bezorgde hij de pakketten. Het paard werd ‘s avonds gestald op de  Blauwe Kei, waar een loods stond naast de boerderij van de familie Donkers.
Ik kan me ook nog herinneren dat ik samen met mijn vader de kist die naar de kostschool in Maastricht verzonden moest worden afgaf bij Van Gend&Loos. In de kist zaten mijn overhemden, broeken, sokken, ondergoed, e.d.; in alle kledingstukken zat een nummertje (195) dat mijn moeder er in genaaid had. Naast Van Gend&Loos zat slager Pennings. Twee huizen verder zat bakker van Meltvoort, waar mijn grootvader voerman/bezorger is geweest. De broodwagen werd getrokken door een paard dat gestald werd in een stal naast de bakkerij. En dan . . . En dan . . .

Foto 3 : Links het huis van Van Uden. Een aannemer waar wij vroeger in een emmer kalk haalden om bepaalde muren van het huis ‘te witten’. Daar woonde ook zuster van Uden, de bekende wijkzuster.
Aan de andere kant van de straat bakker Coppens. Nu zijn daar Lizzy’s Hairsalon & Berry gevestigd.
De bakkerij lag aan het begin van de Blauwe Kei die waar nu de Rembrandtlaan ligt verder liep als zandpad dat uitkwam bij de brug over de Aa, de mestbrug. Wijk het Zuid was nog boerenland en beemd. Bij de mestbrug stond in mijn kinderjaren nog lang een tank, als overblijfsel van de Tweede Wereldoorlog. Het gebied de Boekt was vaak ook speelterrein in mijn kinderjaren.
Achter bakkerij Coppens (waar nu een apotheek en Gall&Gall gevestigd zijn) stonden een stuk of drie oude, kleine arbeidershuisjes. Voor elke voordeur lag een verhoogd stoepje van 9 tegels. Toen wij in de jaren 70 nog op ‘t Zuid woonden, zagen we op een avond toen we op weg naar huis waren het volgende tafereel:

Een moeder met wandelwagen waarin een kind zat/lag wilde net naar binnen gaan in een van de huisjes. Maar de wandelwagen die ze duwde wilde niet de (te) hoge stoeprand op. Ze duwde en duwde en met een geweldige uithaal en zeer luide ‘Nondeju’ ging de wagen de stoep op en . . . het kind veerde wat omhoog en plofte weer terug in de wagen.
En wij ? Wij gierden van het lachen.

Tja . . . Oude foto’s, die bij mij veel herinneringen naar boven halen

6928 Ut mellukfebriek

Naast het huis waar ik geboren ben stond in de richting van Erp nog een huis dan kwam een groot perceel dat niet bebouwd was en dan kwam het terrein waarop een woning en de Zuivelfabriek St.Lambertus stonden. In de woning woonde de directeur van de zuivelfabriek.

Wij zeiden altijd melkfabriek i.p.v. zuivelfabriek. In het dialect werd er gesproken van ‘romfebriek’. In mijn kinderjaren speelde de fabriek ook een rol. Wij speelden en ravotten vaak rond de fabriek. Wij zagen dan hoe ’s morgens de melk op karren getrokken door een paard in bussen werd aangeleverd. Hoe de melk gemonsterd werd en hoe de kannen leeg werden gegoten, konden we ook goed bekijken, ’s Middags zagen we hoe de boter  in tonnetjes verpakt werd. De tonnetjes werden in een kuiperij schuin tegenover de fabriek gemaakt. Ook zagen we hoe de melk in flessen werd gedaan en gesloten werd met een dop.

Op gezette tijden moest ik van mijn moeder in de zomer karnemelkpap (mölleke pap) gaan halen bij de fabriek, want dat kon in die tijd nog.

In 1952 verhuisden we naar een andere straat en raakte ik het zicht op de ‘melkfabriek’ kwijt. Toen ik in 1953 naar kostschool ging, dacht ik niet meer aan die fabriek uit mijn kinderjaren.

In de jaren die volgden veranderde de straat drastisch. Op ‘het perceel dat niet bebouwd was’ werd een weg aangelegd die de straat waar mijn geboortehuis stond in tweeën sneed. Het gedeelte waar de zuivelfabriek stond kreeg zelfs een andere naam.

De directeurswoning staat er nog steeds en de zuivelfabriek is omgebouwd tot een bedrijfsverzamelgebouw, waar nu verschillende kleine bedrijven in gevestigd zijn.

Het bovenstaande schoot ineens allemaal door mijn gedachten toen ik een paar dagen geleden een foto langs zag komen van de zuivelfabriek, van ‘ut mellukfebriek’

Vroeger
Nu

 

6923 Ik heb daar geen actieve herinnering aan

Bovenstaande afbeelding is het begin van een artikel dat van de week in ons regionaal dagblad verscheen.

Ene Carlo teelt zijn eigen tabak in zijn tuin. Toen ik dat las moest ik meteen denken aan mijn vroege kinderjaren.

Ik weet niet meer hoe oud ik was, maar het beeld dat ik nu voor ogen heb speelt zich af in de tuin en de berging van het huis waar ik geboren ben. Ik zie voor in de tuin in de buurt van de paal waar de waslijn aan vastgemaakt was enkele grote tabaksplanten staan; de grote bladeren zijn al wat aan het verkleuren. Ook zie ik dat er bladeren in de berging, het schuurtje hangen.
Verder kan ik me nog herinneren dat mijn vader een snijapparaat had om de tabaksbladeren te snijden.

Vele, vele jaren later zag ik in het SIEMei-museum in onze woonplaats eenzelfde snijapparaat staan.

Ik weet niet of mijn vader ook daadwerkelijk de zelf gekweekte tabak gebruikte om er ‘een sjekkie’ van te rollen. Daarom kan ook ik net als Mark Rutte destijds de gevleugelde uitspraak gebruiken: Ik heb daar geen actieve herinnering aan.

OP en NEER naar ROOI
Zo gaat ie goed, zo gaat ie beter, al weer 18,66 km

 

 

6913 Ut kastilleke aachter op ut Ham

Tussen mijn trainingsroutes zit ook een route richting Erp/Keldonk via het Ham, dat loopt van de Erpseweg naar het Antoniuskapelleke op de T-splitsing Ham-Vogelenzang. Vlak voor de T-splitsing staat het geheel gerestaureerde en opgeknapte Hams kasteeltje – zoals het in de volksmond heet.

Elke keer als ik daar langs kom moet ik denken aan de allereerste keer dat ik het gebouw destijds verscholen achter hoge bomen en struiken zag. Daarbij moet ik dan denken aan wat mijn ouders daarover tegen mij verteld hadden tijdens mijn kinderjaren. Zij noemden het altijd ‘het Erps kastilleke’. Zij hadden mij ook verteld dat daar een jonkheer woonde. Ze hadden mij die ook een keer aangewezen toen  hij al fietsend langs ons huis kwam op weg naar zijn werk.

Momenteel ziet het grote gebouw met de enorme tuin er heel anders uit. Voor mij een reden om eens op onderzoek uit te gaan.

Momenteel  woont er de familie Hendriks – van Oort. Zij hebben volgens een artikel in het Brabants Dagblad van maart 2024 het Hams kasteeltje op de grens van Erp en Veghel gekocht en helemaaal opgeknapt. Vijf jaar geleden kochten zij het landhuis én de boerderij ernaast, de Lankveldse Hoeve van de familie Gommers en brachten het complex helemaal bij de tijd. De echte naam is Huis Lankveld.

Even wat historie:
= Dit landhuis van twee verdiepingen uit 1866 staat aan de Ham 5. De oorspronkelijke hoeve maakte deel uit van een oud leengoed van de hertog van Brabant. Rond 1350 was de familie Van Erp de bezitter. In de 15e tot de 17e eeuw woonde er de familie Van Lankvelt.
= In 1865 ging de hoeve over in handen van de adelijke familie De Kuijper, die eigenaar bleef tot 1958. Eén van de laatste bewoners was jhr. O.E.G. de Kuijper, oud-wethouder van Erp. De familie De Kuijper heeft de kleine woning die naast de hoeve stond en die “de steenen kamer” werd genoemd, verder uitgebouwd tot het huidige huize Lankvelt.
= Na de dood van de Erpse wethouder Jhr. Otto de Kuijper, kwam het huis in handen van de Veghelse doktersfamilie Verbeek en trok chirurg Alphons Verbeek -zoon van een De Kuijper- zich er terug om het boekje ‘Veghel, dorp in de Meierij’ te schrijven, waarin hij herinneringen ophaalde aan het dorpsleven van zijn jeugd.
= Vanaf 1985 was  J. Gommers eigenaar en bewoner.
= Nu woont er dus de familie Hendriks en is Huis Lankveld / Hoeve Lankveld weer helemaal bij de tijd gebracht.

Tja . . . voor mij was het een openbaring dat wat wij altijd noemden het Erps kastilleke officieel Huis Lankveld genoemd wordt. Maar in de volksmond wordt nog steeds gesproken over ‘Ut kastilleke aachter op ut Ham’.

Zo gaat ie goed, zo gaat ie beter, alweer 12,84 km

 

 

6875 God ziet alles

Toen ik de krant op mijn iPad opende knalde de afbeelding eruit. ‘Hij is er weer’, stond er naast te lezen. En verder . . . Het gestolen kunstwerk het ‘Alziend Oog’ is weer terug in de Sint Jan in Den Bosch.

Bij het zien van de afbeelding op de vroege morgen kwamen de herinneringen weer naar boven, herinneringen uit mijn kinderjaren.

Ik hoor de onderwijzer tijdens de godsdienstles nog zeer uitgebreid vertellen over ‘God ziet alles’. Ik weet niet meer exact wat en hoe het verteld werd; maar ik weet nog wel dat het een grote en diepe indruk op mij maakte. Ik nam het op zes-/zevenjarige leeftijd, zelfs letterlijk op dat God ALLES zag.

Rond die tijd was ik ook misdienaar geworden. Tijdens een van de vieringen was ik ‘kruipengeltje’ (beginnende misdienaar, die nog geen handelingen hoefde te verrichten) en keek eens naar boven naar het gewelf van het priesterkoor. Daar recht boven mij zag ik toen een afbeelding van het alziend oog in een driehoek.

Je kunt je nu wel voorstellen wat ik op dat moment dacht. Ik zat verder tijdens de hele viering doodstil en keek recht voor mij uit. Het heeft daarna toch nog wat jaren geduurd voor dat ik door had dat ik niet daadwerkelijk in de gaten gehouden werd als ik tijdens de vieringen als misdienaar assisteerde.

De woorden van de onderwijzer tijdens de les hadden op mij een diepe indruk gemaakt en ik had deze op mijn manier geïnterpreteerd. Had ik toen maar geweten wat CHATGPT me liet weten toen ik vroeg naar de betekenis van God ziet alles

De uitspraak "God ziet alles" betekent dat God volgens de christelijke, islamitische en joodse tradities altijd en overal aanwezig is en alles weet en ziet wat mensen doen, denken, of voelen. 
Het idee is dat God niet gebonden is aan tijd of plaats, en daarom niets aan Zijn aandacht ontsnapt. Voor een kind kan dit worden uitgelegd als een manier om goed gedrag aan te moedigen, door het bewustzijn dat God altijd meekijkt en je handelingen kent, zelfs als andere mensen het niet zien. 
Dit concept wordt vaak gebruikt om eerlijkheid en moraal te benadrukken, met het idee dat je altijd moet proberen goed te doen, ook als niemand anders toekijkt.