5260 Zomertijd

Afgelopen nacht hebben we de klok weer een uur vooruit gezet. Toen ik daar mee bezig was, wilde ik de tijd niet één uur maar wel met twee maanden vooruit zetten. In de hoop dat we dan verlost zijn van dat zeer gevaarlijke virus en dat we weer ons normale leventje kunnen oppakken.

Helaas was dat niet mogelijk. We gaan nu de zomertijd in met allerlei beperkingen en met heel veel vragen. De zomertijd – de tijd van licht, van lange avonden, zomerwarmte, vakantie – zal dit jaar heel anders zijn.

Tja . . . wat staat ons nog te wachten de komende maanden, tijdens de zomertijd ?


En dan nog even DIT

5259 Hou je taai

Afgelopen week verstuurde ik onderstaande tekst naar familie en vrienden:

Beste Allemaal,
Het is weer bijna 28 maart.
Verleden jaar schreef ik daar over: ‘Ik laat deze dag in stilte voorbijgaan’.

Nu we in de ban en in de greep van het coronavirus zijn volg ik de richtlijnen van het RIVM op. Dat doen we trouwens al wat langer.

Wat 28 maart betreft volg ik dit jaar het advies van hoogleraar virologie en corona-expert Marion Koopmans op.
Ik sla mijn 79ste verjaardag helemaal over. Eens kijken hoe dat voelt. Mensen die op 29 februari jarig zijn hebben daar al heel veel ervaring mee.

En tot slot tikte ik onder mijn bericht . . . Hou je taai


En dan nog even DIT

5258 Met elkaar. Voor elkaar!

Dinsdagavond heb ik met aandacht zitten luisteren naar een arts die werkzaam is op een IC. Hij sprak over de angst die de patiënten hebben als ze binnen gebracht worden en hoe hij daarmee omging. Hij bracht haarfijn onder woorden dat het zorgpersoneel op de IC’s met hart en ziel, met aandacht en warmte hun werk doen. Ik heb nog vaak aan deze arts moeten denken.

En dan te weten dat er in ONS land zoveel mensen zijn die momenteel vechten voor het leven van de patiënten. Ik heb bewondering voor al het zorgpersoneel dat onder zware druk staat en toch hun werkzaamheden vervullen.

Van de week kreeg ik onderstaand gedicht toegestuurd waarin het probleem van het verzorgend personeel van verpleeghuizen haarfijn uit de doeken wordt gedaan. Zij lopen in deze bizarre tijd van het corona-virus weer tegen  heel andere problemen aan.

Lieve zuster, lieve broeder,
er is hard voor jou geklapt.
Maar bij jou in het verpleeghuis
is haast niemand die het snapt.
Want geen partners en geen kind’ ren
en geen vrienden zijn te zien.
En bewoners vragen constant:
‘Weet jij waar ze zijn misschien?’

 

Dan vertel je van het virus,
in één uur wel twintig keer.
Maar na enkele minuten
weten mensen het niet meer.
Mensen worden heel onrustig,
raken soms totaal van slag.
Ze begrijpen er geen snars van,
dat bezoek niet komen mag.

 

En jij zelf moet afstand houden,
maar hoe moet dat aan het bed?
Bij het wassen, bij het eten,
bij het brengen naar ‘t toilet?
Je mag ook geen knuffel geven,
hoewel jij dat soms vergeet.
Of misschien dat jij uit liefde
bewust die regel overtreedt.

 

Je mist hulp van mantelzorgers,
die altijd aanwezig zijn
en geliefden bezig houden
en die afleiding is fijn.
Want dat geeft jou even ruimte
en heb jij je handen vrij
om te doen wat maar blijft liggen,
want dat hoort er ook nog bij.

 

De familie is verdrietig,
de verpleging horendol,
de bewoners zijn onrustig,
niets loopt volgens protocol.
Het zijn hele rare tijden
en het lijkt nog lang niet klaar.
Maar we gaan het zeker redden
en dat doen we met elkaar!
Voor al het verzorgend personeel in ONS land hang ik de speciale coronavlag van de Dokkumer Vlaggen Centrale uit.
Met elkaar. Voor elkaar !


En dan nog even DIT

5256 Lieve mensen, blijf alsjeblieft binnen

Nathalie Ververs, arts op de spoedeisende hulp in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, is een van de zorgmensen die zich onvermoeibaar inzetten om coronapatiënten te helpen. Zij doet een persoonlijke oproep aan iedereen de ziekte serieus te nemen en er ook naar te handelen. Die oproep zette ze zondagochtend spontaan op papier na een onrustige nacht ‘door alle ellende/drukte die COVID-19 met zich mee brengt’.
Lees hier meer >>>>>

Dit is wat ze schreef:

‘Twee angstige ogen.  Ze kijken me aan. Indringende ogen. Rimpels verraden zijn respectabele leeftijd. Bij elke ademteug worden zijn ogen groter.

Doe iets!, smeken ze. Red mij!, schreeuwen ze.

Zijn ogen kijken de dood aan. En dan weer naar mij: dokter, alsjeblieft! Ik zie een traan opwellen. Een laatste boodschap uit die vermoeide, angstige ogen. Hij rolt omlaag en stokt op zijn beademingsmasker. Ik knipper en vecht tegen mijn tranen. Ik verlies deze strijd. Net als mijn patiënt.

Het verscheurt me van binnen. Het voelt alsof ik de dood zelf ben. Nee, mijn vak is levens redden! Ik moet door. Ik doe wat ik kan. Alles wat mijn hart me ingeeft. Maar ik kan niet iedereen redden.

Overal zijn angstige ogen. Het zijn er veel. Veel te veel tegelijk. Mijn kerkhof van overleden patiënten groeit hard.

Lieve mensen, blijf alsjeblieft binnen!!’

Nathalie Ververs

Dus: Lieve mensen, blijf alsjeblieft binnen

En dan nog even DIT

5255 Er was eens . . . een oud stelletje

‘Er was eens . . .’ Zo beginnen altijd sprookjes en die eindigen altijd met ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’.

Bovenstaande kennis die ik tijdens de lessen Nederlands destijds op school op gedaan heb, schoot me van de week zo maar ineens te binnen toen ik bij ons op het woonerf een tafereel gadesloeg . . . 😉 Met de hierboven genoemde kennis nestelde zich het volgende sprookje, nou sprookje (?) in mijn hoofd . . .

Er was eens een oud stelletje. Twee oudjes – hij bijna 79 en zij 77 – die samen met heel veel moeite zes zware schuttingdelen van 180 x 180 cm van hun oprit naar hun achtertuin sjouwden. De langste liep steeds voorop en de kleinste achteraan. Het ging elke keer voetje voor voetje en na een paar meter zetten ze het loodzware onhandelbare houten gevaarte neer om even uit te puffen. Het ene oudje dacht: ‘Waar zijn we toch aan begonnen?’ Het andere oudje maakte zich zorgen over de eventuele gevolgen die het gesjouw zou hebben voor de spieren in de nek, armen en rug. Maar tot verbazing van de straatgenoten die van achter hun gordijnen toekeken en van de twee oudjes zelf klaarden ze de klus. En . . . (hopelijk) leefden ze nog lang en gelukkig.

Tja . . . Ik kan er nog aan toe voegen dat het goed gaat met de twee sjouwende oudjes, met die twee gekken, met . . . ons. We hebben geen spierpijn. Wel schiet het steeds door mijn hoofd: Er was eens . . . een oud stelletje.


   En dan nog even DIT

5254 Noodwaarschuwing

We wisten niet wat er aan de hand was. We schrokken er een beetje van. Onze telefoons gaven een indringend signaal. Gisteren om 11.29 uur kregen we een NL-Alert, een Noodwaarschuwing met het verzoek om de instructies van de Rijksoverheid op te volgen: houd 1,5 meter afstand en blijf thuis bij verkoudheid of ziekte.

Tja . . . deze waarschuwing was noodzakelijk omdat nogal wat landgenoten het verzoek aan hun laars lappen. Zaterdag waren de tuincentra, bouwmarkten en milieustraten al vol. Zondag waren al voor 12 uur de natuurgebieden overvol.

Heel veel mensen gedragen zich asociaal en denken niet na. Onbegrijpelijk dat men nog niet doordrongen is van de ernst van de crisis die over ONS is gekomen. Ik denk dat ze wel anders gaan piepen als het virus hen heel dicht nadert. Dan is natuurlijk bij hen Leiden pas in last.

Wij – hier in Brabant – zitten met onze neus boven op de gevolgen van de crisis en inmiddels kennen we al veel  hele trieste en droevige verhalen.

Voor de asociale en aartsdomme landgenoten – zo noem ik ze maar even – helpen op dit moment de maatregelen van de overheid, de oproepen van het RIVM en bezorgde burgemeesters (nog) niet. Het is bij hen aan dovemansoren gericht. Helaas.

Ze geven geen gehoor aan de oproepen zelfs niet aan een NL-Alert, een Noodwaarschuwing.


En dan nog even DIT

5253 Maar de LENTE wist het niet . . .

Van de week kreeg ik onderstaande ‘hart onder de riem’  toegezonden. Ik was er van onder de indruk. Ik deel het graag met jullie. En jullie mogen het ook delen

Maar de lente wist het niet . . . 

Het was begin 2020…
De mensen hadden een lange donkere winter achter de rug,
Februari was een hele onrustige maand geweest met veel stormen en veel regen
De natuur was onrustig, alsof ze de mensen iets wilde vertellen, alsof ze de mensen ergens voor wilde waarschuwen…En toen werd het Maart…

Het was Maart 2020…
De straten waren leeg, de meeste winkels waren gesloten, de meeste auto’s stonden langs de kant van de weg, de mensen kwamen bijna niet meer buiten en dat over de hele wereld, landen gingen op slot, de mensen konden niet geloven dat dit gebeurde, het was zo surrealistisch…Iedereen wist wat er aan de hand was

Maar de lente wist het niet
En de bloemen bleven bloeien
En de zon scheen…De eerste mooie lentedag sinds lange tijd brak aan
En de zwaluwen kwamen terug
En de lucht werd roze en blauw
Het werd later donker en ’s ochtends kwam het licht vroeg door de ramen

Lees hier verder

   En dan nog even DIT

5252 Ook dat werk ligt stil

Onze afscheiding van de achtertuin bestaat op een tweetal plaatsen uit een houten schutting. Deze schuttingdelen staan er al ruim 33 jaar. Vooral de delen die onze tuin met de buren scheiden zijn er slecht aan toe.

Daarom hebben we besloten deze 6 delen van 180×180 cm te vernieuwen. Ik heb aan marktverkenning gedaan, overleg gehad met de buren en hulp georganiseerd; want we willen het vervangen in eigen beheer uitvoeren. De bestelling is gedaan en geleverd, de uitvoering was gepland, maar . . . de werkzaamheden zijn nu vanwege de sociale onthouding en de anderhalve meter afstand houden uitgesteld.

Tja . . . ook het vernieuwen van een schutting is uitgesteld, ook dat werk ligt stil.


   En dan nog even DIT

5251 Zéér irritant

Tussen alle tv-programma’s door krijgen we de laatste dagen weer een reclameblok van de klusgigant Hornbach. Ik heb hier op Menne Weblog al eens eerder bericht over de zeer aparte inhoud van de reclamefilmpjes van dat bedrijf.

Momenteel vraagt het bedrijf onze aandacht met het 41 seconden durende filmpje ‘Breng leven in je tuin.’ We worden dan geconfronteerd met allerlei copulerende dieren: lieveheersbeestjes, duizendpoten, slakken, torren en andere  insekten.

Tja . . . en elke avond roep ik bij het zien van het filmpje:’Ze zijn weer bezig. Moet dat nou?’
En elke avond krijg ik als antwoord: ‘Tis maar reclame.’

Onder het filmpje op internet kan men reageren. Op enig moment was er 240 keer gereageerd. 66 van de 240 vonden het filmpje ‘irritant’. Ik behoor ook tot die groep. Ik vind het zelfs zéér irritant


   En dan nog even DIT