Ik zag vrijdagavond al meteen bij het ontsteken van het olympische vuur dat het deze keer iets heel bijzonders was.
Het ontwerp van maker Lehanneur wordt aangedreven door elektriciteit in plaats van door fossiele brandstoffen.
De ring aan de onderkant van de ballon herbergt 40 LED-lampjes die een wolk waterdamp verlichten die wordt geproduceerd door 200 hogedruksproeiers om het flikkerende en rookeffect van echte vlammen te creëren.
“Deze absoluut unieke ketel vertegenwoordigt de geest die ik aan de Olympische en Paralympische objecten wilde geven”, aldus Lehanneur.
“Licht, magisch en verenigend, het zal een baken zijn in de nacht en een zon binnen handbereik gedurende de dag. Het vuur dat erin brandt zal gemaakt zijn van licht en water, als een koele oase in het hart van de zomer”.
Iedere dag bij zonsondergang gaat de ballon de lucht in en blijft tot 02.00 uur ’s nachts op 60 meter hoogte zweven.
De 30 meter hoge en 7 meter brede vuurschaal staat overdag aan de grond in de Tuin van de Tuilerieën. Op dezelfde plek steeg in 1783 de eerste waterstofballon met passagiers op. Het ontwerp van de olympische vuurschaal is een eerbetoon aan die beroemde vlucht van Jacques Charles en Nicolas-Louis Robert, maar ook aan de eerste heteluchtballon van de gebroeders Montgolfier.
Het vuur dat bezoekers overdag kunnen bekijken is eigenlijk waternevel met ledlampen eronder. Het is daarmee een duurzaam vuur, waarvoor geen brandstof nodig is, zegt de organisatie. Het volledig elektrische vuur wordt gesponsord door het staatsenergiebedrijf. Het is wel zo ontworpen dat het warmte afgeeft.
Tja . . . Knap bedacht en mooi ontworpen: Een vlam die geen vlam is