Het is alweer een tijdje geleden dat er een colporteur bij ons aan de deur kwam. De laatste waarvoor ik noodgedwongen de voordeur moest openen was een medewerker van de kabelmaatschappij Ziggo. Nog voordat de persoon in kwestie met het verkooppraatje kon beginnen, kreeg men van mij te horen: ‘Geen interesse.’
Van de week las ik het bericht: Kabinet pleit bij Europese Commissie voor verbod op telemarketing
Het kabinet wil dat de Europese Unie het mogelijk maakt dat lidstaten deurverkoop en telemarketing kunnen verbieden. Daarover gaat minister Adriaansens van Economische Zaken vandaag in gesprek met de Europese Commissie in Den Haag, meldt de NOS. Ondanks de strengere regels die Nederland heeft ingevoerd, krijgen veel mensen nog altijd ongewenste telefoontjes en huisbezoekjes van opdringerige verkopers.
‘Da’s mooi’, mompelde ik ‘zijn we daar ook van verlost, komt er eindelijk niemand ongewenst meer aan de deur.’
Jaren geleden heb ik het al klaar gekregen dat Jehova’s Getuigen onze deur voorbij gaan. Ik heb destijds duidelijk te kennen gegeven dat hun bezoek niet gewenst is en dat ze ons van hun adressenlijst dienen te halen. Tot op heden houden ze zich keurig aan ons verzoek.
Maar . . . maar . . . mochten ze op een gegeven moment toch aanbellen en meedelen dat ze de leer van Jezus Christus komen brengen, dan zal mijn antwoord zijn: ‘Oké, zet hem maar in de garage.’