6402 Waar de konijnen- en mollenvellen aan de spanten hingen

Afgelopen zaterdag kwam ik het bericht tegen: Last van mollen? “Er is maar één manier om nooit molshopen in je gazon te hebben”

Ik heb het bericht helemaal doorgelezen. Niet omdat ik last van mollen in mijn tuin heb, maar omdat ik benieuwd was hoe je ze kunt bestrijden.

Een zin  uit het artikel was er de oorzaak van dat herinneringen en beelden uit het verleden weer bij me naar boven kwamen.

Als je een hoop ziet bewegen, schep dan diep in de hoop de mol op. Gebruik sterke handschoenen en houd hem bij zijn voorpoten vast, een bange mol kan flink bijten.

Ik moest toen denken aan onze plaatselijke mollenvanger uit de jaren 50 van de vorige eeuw. De man stond ook met de schop in de hand bij een molshoop te wachten tot deze bewoog; maar de mollenvanger pakte de mol niet vast maar sloeg hem met de schop dood. Hij bracht het mollenvelletje dan naar de plaatselijke visboer, die als bijverdienste een handeltje dreef in konijnen- en mollenvellen. Hij hing deze in een loods naast zijn huis aan de spanten van het dak te drogen. Ik heb er ook wel eens een konijnenvelletje – van een konijn dat mijn vader geslacht had – naar toe gebracht. Ik kreeg van de visboer een kwartje en ik was de koning te rijk.

Die handel van die visboer was er de oorzaak van dat ik niet graag in zijn viswinkel kwam. De winkel bestond uit twee gedeelten. Links stond de kassa en lagen de vissen en rechts van het gangetje lagen wat groenten in kisten. Wij aten vroeger nooit vis, soms een rolmops uit een potje. Mijn moeder stuurde me wel eens naar de visboer voor een krop sla. Ik had altijd het idee dat de sla naar vis stonk. Gelukkig hadden we een hele grote moestuin en hoefde ik maar zelden naar die visboer, waar de konijnen- en mollenvellen aan de spanten hingen