6282 Ik mis de mis (nog) niet

Ik weet niet meer precies wanneer ik voor het eerst in een kerk kwam. Het zal wel de enige parochiekerk geweest zijn die onze woonplaats destijds telde, die ik als eerste van binnen zag.

Mijn allereerste herinnering gaat terug naar mij eerste communiedag. Ik kan me delen van die dienst en de plaats waar ik zat in mijn fonkelnieuwe kamgaren, bruine pakje nog haarfijn voor de geest halen.
Nadien ben ik zeer, zeer vaak teruggekomen in die kerk. ’s Zondags was men verplicht om naar de kerk te gaan en bij ons thuis was het de gewoonte dat we door de week ook gingen. Elke morgen (op de verplichte nuchtere maag) naar de mis. Op kostschool begon elke morgen om klokslag 7.00 uur de mis. Toen ik weer thuis woonde verviel voor mij de doordeweekse dienst vanwege mijn studie. Het einde van het Rijke Roomse Leven (we mochten niks en moesten alles) was toen in het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw al in gang gezet. De zondagsplicht schijnt nog steeds niet officieel afgeschaft te zijn. Ik ben met die plicht altijd heel creatief  om gegaan.

Toen onze parochie  opgeheven werd en we toegevoegd werden aan een andere geloofsgemeenschap die een geheel andere opvatting had over liturgie, pastoraal denken en het omgaan met mensen bloedde de binding met de geloofsgeneenschap snel dood.
We hebben het nog geprobeerd bij een geloofsgemeenschap in een buurgemeente, waar we zondags de viering bijwoonden. We konden ons daar ook niet hechten en toen corona kwam was het snel definitief afgelopen. De zondagmorgen ziet er nu voor ons sinds die tijd toch heel anders uit.

Aan dat alles moest ik denken toen ik het bericht onder ogen kreeg: Eindhovense pastoor over enorme leegloop katholieke kerk: ‘Je schrikt wel van die cijfers

Nog geen 100.000 katholieken in Nederland bezoeken de mis in het weekend, dat is 2,7 procent van het aantal kerkleden.
Bekijk hier het onderzoek van het CBS

Tja . . . Ik mis de mis (nog) niet