6005 Geef acht

Ik weet het nog goed. Op 4 oktober 1963 begon mijn dienstplicht. Ik werd die dag verwacht in de Tapijnkazerne in Maastricht. Na twee maanden werd ik overgeplaatsts naar de Isabelle-kazerne in Vught. Toen ik na een half jaar bevorderd werd tot sergeant  werd ik overgeplaatst naar de Menno van Coehoornkazerne in Roermond. Daar verbleef ik zonder een noemenswaardeige taak tot eind december 1964; want toen zat mijn diensttijd er op. Ik had een benoeming in het onderwijs op zak en mocht het leger voortijdig verlaten.

Aan bovenstaande moest ik denken toen ik las: Defensie kijkt naar Scandinavische ‘dienstplicht’ als optie voor Nederlands leger

Defensie komt met een personeelstekort en onderzoekt de mogelijkheid om duizenden jongvolwassenen te rekruteren naar Scandinavisch voorbeeld

Defensie wil alle achttienjarigen per brief de mogelijkheid bieden zich aan te melden voor een vrijwillige militaire basisopleiding van elf maanden. Dit systeem hanteren Zweden en Noorwegen al een aantal jaar. Jongeren krijgen een brief met vragenlijsten om op die manier gemotiveerde rekruten te kunnen selecteren. Dit geldt ook voor medisch en technisch personeel. De overheid lokt de jongeren door hun studie te bekostigen en andere voordelen in het vooruitzicht te stellen.

Deze vrijwillige dienstplicht vind ik zo gek nog niet. Defensie krijgt dan gemotiveerd personeel en dat was in de jaren 60 heel anders toen men voor zijn nummer moest opkomen. Mijn motivatie was destijds ver te zoeken; ik deed wat ik moest doen en . . . dat was ’t.