Zo dichtbij
en toch zo ver
zo ver van mij
zo dichtbij
en toch zo ver
zo ver van mij vandaan
Toen ik Tweede Kerstdag de donkerrode Belgische bestelbus – geflankeerd door motoragenten – het industrieterrein in Oss zag oprijden, dacht ik ‘ZO DICHTBIJ’.
Inderdaad, 17 km van ons vandaan (een kwartiertje rijden) is het eerste vaccin tegen het coronavirus opgeslagen. Maar . . . het zal nog even duren voor het bij ons ingespoten zal worden.
Hoewel wij tot Groep 2 behoren, de 60-plussers met en zonder medische indicatie: verwacht ik dat het toch nog wel een aantal maanden zal duren voor wij aan de beurt zijn. Er zijn vooralsnog onvoldoende dosissen beschikbaar.
Ik denk dat ik niet vóór eind maart al aan de beurt ben. Als dat wel zo is, zou ik ontzettend blij zijn, want dan kunnen we los, naar onze kinderen, naar onze kleinkinderen, naar . . ., naar Portugal, naar . . . , naar . . . , naar . . .
Maar zover is het nu nog niet. Daarom moest ik toen ik die donkerrode Belgische bestelbus zag rijden denken aan dat lied van De DIJK: Zo dichtbij . .
