Kan me nog goed herinneren dat ik ergens in de jaren 70 van de vorige eeuw voor het eerst in een bejaardentehuis (nu: verpleeghuis) kwam. Ik schrok me rot van de situatie en de sfeer die daar hing. Het eerste wat ik tegen mijn vrouw zei, toen ik thuiskwam was: ‘Daar hoeft mijn vader nooit naar toe.’ Gelukkig is hem dat ook bespaard gebleven.
Ik heb nog steeds dat gevoel van ruim 40 jaar geleden als ik nu aan een verpleeghuis denk. Dat gevoel werd van de week nog eens versterkt door een bericht dat ik onder ogen kreeg van Dr. Bert Keizer, oud-verpleeghuisarts en auteur. In Medisch Contact schrijft hij over de erbarmelijke toestanden van de laaste maanden in de verpleeghuizen.
Bij onderstaande alinea zei ik voor de zoveelste keer hardop: ‘Daar moet ik niet terecht komen’.
“De verwaarlozing van het verpleeghuis komt voort uit de gedachte dat daar voornamelijk mensen zitten die op de rand van de dood toeven en die maar één klein zetje nodig hebben om hopla van alle gedoe af te zijn. En als corona nou die taak op zich neemt, wie zijn wij dan om te zeuren? In deze ‘visie’ is het verpleeghuis eigenlijk gewoon een groot hospice.”
Lees hier eventueel meer >>>>>
Tja . . . Daar moet ik niet terecht komen