Dinsdagavond heb ik met aandacht zitten luisteren naar een arts die werkzaam is op een IC. Hij sprak over de angst die de patiënten hebben als ze binnen gebracht worden en hoe hij daarmee omging. Hij bracht haarfijn onder woorden dat het zorgpersoneel op de IC’s met hart en ziel, met aandacht en warmte hun werk doen. Ik heb nog vaak aan deze arts moeten denken.
En dan te weten dat er in ONS land zoveel mensen zijn die momenteel vechten voor het leven van de patiënten. Ik heb bewondering voor al het zorgpersoneel dat onder zware druk staat en toch hun werkzaamheden vervullen.
Van de week kreeg ik onderstaand gedicht toegestuurd waarin het probleem van het verzorgend personeel van verpleeghuizen haarfijn uit de doeken wordt gedaan. Zij lopen in deze bizarre tijd van het corona-virus weer tegen heel andere problemen aan.
Lieve zuster, lieve broeder,er is hard voor jou geklapt.Maar bij jou in het verpleeghuisis haast niemand die het snapt.Want geen partners en geen kind’ renen geen vrienden zijn te zien.En bewoners vragen constant:‘Weet jij waar ze zijn misschien?’
Dan vertel je van het virus,in één uur wel twintig keer.Maar na enkele minutenweten mensen het niet meer.Mensen worden heel onrustig,raken soms totaal van slag.Ze begrijpen er geen snars van,dat bezoek niet komen mag.
En jij zelf moet afstand houden,maar hoe moet dat aan het bed?Bij het wassen, bij het eten,bij het brengen naar ‘t toilet?Je mag ook geen knuffel geven,hoewel jij dat soms vergeet.Of misschien dat jij uit liefdebewust die regel overtreedt.
Je mist hulp van mantelzorgers,die altijd aanwezig zijnen geliefden bezig houdenen die afleiding is fijn.Want dat geeft jou even ruimteen heb jij je handen vrijom te doen wat maar blijft liggen,want dat hoort er ook nog bij.
De familie is verdrietig,de verpleging horendol,de bewoners zijn onrustig,niets loopt volgens protocol.Het zijn hele rare tijdenen het lijkt nog lang niet klaar.Maar we gaan het zeker reddenen dat doen we met elkaar!
En dan nog even DIT