5103 Hopenlijk voor de laatste keer

Dinsdagmorgen reden we alweer vroeg naar Nijmegen, naar het Radboudumc. Er stond weer een controle van mijn linkeroog op de agenda.  Op een gegeven moment zei ik tegen mijn hulpvaardige chauffeur: ‘Hopenlijk voor de laatste keer.’

Ik had geen reden om aan te nemen dat het niet goed was met mijn oog. Ik had nog geen gezichtsvermindering opgemerkt. Dus ik ging er van uit dat alles goed was. Maar eenmaal binnen bij de oogarts bleek dat er toch weer wat vocht onder het netvlies zat. Het kat en muisspelletje was dus toch weer begonnen. Kreeg het advies om toch maar weer 3x per dag twee soorten druppels in mijn oog te druppelen. Na zes weken druppelen dien ik weer op controle te komen.

Verder werd me ter overweging mee gegeven om bij een volgende keer een ooginjectie (intravitreale injectie) te nemen. Deze komt dan in de plaats van het dagelijks druppelen en kan dus met een veel lagere frequentie gegeven worden.

Tja . . . was het dus toch ijdele hoop mijn gedachte ‘Hopenlijk voor de laatste keer’